Primair onderwijs
Werknemers uit het primair onderwijs kunnen na beëindiging van het dienstverband recht hebben op een wettelijke en bovenwettelijke werkloosheidsuitkering. De wettelijke werkloosheidsuitkering is gebaseerd op de Werkloosheidswet en de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering op de Werkloosheidsregeling Onderwijspersoneel Primair Onderwijs (WOPO). Deze WOPO maakt deel uit van de cao PO (bijlage XVI). De ex-werknemer kan in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering, de reparatie-uitkering, de aansluitende uitkering en de extra aansluitende uitkering. Wanneer de ex-werknemer gaat werken tegen een lager salaris kan er recht bestaan op loonsuppletie.
Vanaf 1 augustus 2022 worden de uitkeringskosten in het primair onderwijs niet langer 100% vergoed, maar moeten de individuele schoolbesturen standaard zelf een eigen bijdrage van 50% van de uitkeringskosten betalen. In enkele gevallen kan een verlagingsverzoek worden ingediend bij het Participatiefonds. In dat geval bedraagt de eigen bijdrage nog altijd 10% van de uitkeringskosten. De voorwaarden daarvoor zijn opgenomen in het Reglement van het Participatiefonds.
In het primair onderwijs geeft het Participatiefonds namens de overheidswerkgevers uitvoering aan de re-integratietaak van het schoolbestuur. Van het schoolbestuur wordt verwacht dat zij zelf ook actief de re-integratie ter hand neemt. De uitvoeringsverplichting van het Participatiefonds staat daaraan niet in de weg.